TV reparatie inleiding e-book

Ik ben met het repareren van televisies begonnen in 1988. In die tijd was een vakdiploma radio-tv-monteur nog verplicht, maar momenteel is dat niet meer het geval. Het was ook de tijd dat er in vrijwel elk dorp en elke stad voldoende bedrijven actief waren die televisies konden repareren. Er was een gezonde concurrentie en voldoende aanbod en de kosten van een reparatie waren goed te vergelijken. Het was gebruikelijk om eerst te kijken of een apparaat te herstellen was, voordat er tot een aankoop van een nieuwe televisie werd overgegaan.

Alle grote merken hadden een eigen reparatiecentra zoals Sony in Badhoevedorp, Philips in Eindhoven en Den Haag en JVC in Leiderdorp, maar er werd ook gebruik gemaakt van de kleine bedrijven en winkels die over een eigen servicedienst beschikten. Er waren dus veel plekken waar consumenten terecht konden met hun defecte apparatuur. Repareren was normaal! De bedrijven die zich bezig hielden met reparaties zijn te onderscheiden in twee typen: witgoed (wasmachines, koelkasten, koffiezetters en stofzuigers) en bruingoed (tv’s, videorecorders en camera’s, allerhande audioapparatuur). Deze wat vreemde termen worden nog steeds gebruikt.

Rond 1990 waren er meer dan 2000 bedrijven actief op de reparatiemarkt. Op dit moment zijn er nog ongeveer 350 bedrijven bij de Kamer van Koophandel ingeschreven met als activiteit omschrijving ‚TV reparatie’. Deze inschrijvingen zijn echter niet echt representatief meer want niet al deze bedrijven zijn actief bezig met audio video. Een globaal onderzoek geeft aan dat deze inschrijvingen meestal betrekking hebben op bedrijven die zich bezig houden met gsm toestellen of witgoed reparaties. Aangezien zowel video als audio tegenwoordig ook samenvalt met computers, ligt het voor de hand te veronderstellen dat een aantal van de bedrijven die zich met het repareren van computers bezig houden ook wat doen aan audio en video. Maar, als je zoekt op internet en een globale telling doet dan komt je niet snel boven de honderd bedrijven die aangeven actief (zelf) televisies te repareren. Kortom, je kunt spreken van een behoorlijke kaalslag en aangezien het aantal televisies niet is afgenomen, en hun gebreken niet minder zijn, is het interessant hiervoor een verklaring te zoeken.

In het eerste hoofdstuk van dit boekje zullen we het vooral hebben over de zelfstandige reparatiebedrijven met maximaal ongeveer vijf werknemers. We laten de grote bedrijven, zoals CE repair en Zes, buiten beschouwing. In een volgend hoofdstuk ga ik in op garanties, coulance regelingen en non-conformiteit en ook op de redenen waarom televisies onnodig worden afgeschreven. Dat laatste is namelijk een van de redenen van het teruggelopen aanbod van reparatie.